De stem van hun lichaam
Jeanette Ottens (60) uit Godlinze
De grond onder je voeten valt weg als je hoort dat je borstkanker hebt. Even was ik totaal in paniek. Tussen het onderzoek en de uitslag zat veertien dagen. Ik was zo bang dat ik me van die dagen nauwelijks meer iets herinner. Ik dacht alleen nog maar aan kanker.
Als alleenstaande, ik ben al heel lang gescheiden, heb je het in zulke omstandigheden extra moeilijk. Je kunt de spanning niet van je afpraten en je angsten delen. Je mist een arm om je heen. Wie regelt de zaken thuis als je in het ziekenhuis bent? Wie zorgt voor de poezen? ’s Morgens om zeven uur zette ik thuis de biobak nog buiten en twee uren later zat ik in het ziekenhuis aan de chemo.
Hoewel ik in het ziekenhuis wel vroeg of een borstbesparende operatie mogelijk was, wilde ik dat niet. Na de ingreep was ik opgelucht dat de kanker eruit was. Een borst eraf geeft beperkingen. ’t Is er dag en nacht. Maar ik word er niet door beheerst.
Op de dag van ontslag uit Delfzicht in Delfzijl moest de hulp voor thuis nog geregeld worden. Voor een bypass is een maatschappelijk werker beschikbaar, maar voor kankerpatiënten is er niets. Thuis moest ik direct al weer zelf mijn eigen potje weer koken. Ik voelde me koud en alleen en wilde wel kruipend terug naar het ziekenhuis. Daar werd tenminste voor me gezorgd.
Mijn moeder leeft niet meer, mijn vader is vergeetachtig en ik heb geen goed contact met mijn zus. Daardoor stond ik er echt alleen voor. Met mijn dochter heb ik een goede band. We hebben samen gehuild. Ze was bang dat ik dood zou gaan. Dat greep mij erg aan.
Bij het Riagg heb ik geprobeerd steun te krijgen. Maar het enige wat ze daar wilden was me aan de antidepressiva krijgen. Door bezoeken aan het Behouden Huys in Groningen ging het beter met me. Dat was thuiskomen daar. In gedichten schrijf ik de emotionele gevoelens, zoals woede, van me af. Ik sta nog steeds versteld van wat er allemaal uitkomt.